De functie van een klem is een lijn (val, schoot of trimlijn) vast te klemmen zonder slip. Een goede klem laat een lijn niet slippen, is eenvoudig en snel te bedienen en eenvoudig en snel weer te lossen, zonder dat je het risico loopt dat een lijn per ongeluk lost of juist klemt. De ideale klem bestaat (nog) niet want de ideale klem heeft 0,0 mm terugval bij het klemmen, zonder in te leveren op het punt van bediensnelheid en -gemak, maar er zijn genoeg klemmen die dit ideaal benaderen.
Grofweg kennen we Clamcleats®, camcleats / servo cleats of in goed Nederlands nokkenklemmen en valklemmen. Clamcleats® hebben vrijwel geen bewegende onderdelen, goede nokkenklemmen zijn kogelgelagerd en valstoppers hebben de minste terugval. Maar alle klemmen kennen slijtage en zullen na verloop van tijd vervangen moeten worden.
Bij het vervangen van een bestaande klem is het handig als deze past op dezelfde gaten als de oude klem. Met name de hart-op-hart maat is dan belangrijk. Daarom vermelden wij deze maat dan ook bij de technische specificaties van iedere klem.
Bij het kiezen van een klem voor een nieuwe toepassing heb je meer keuzevrijheid. Eerst kies je het model van de klem, gebaseerd op de functie van de lijn en je persoonlijke voorkeur. Daarna kies je de maat, vooral op basis van de te gebruiken lijndiameter. Tot slot kan je meestal nog kiezen welke uitvoering of kleur je wil hebben. Vaak gaat hard geanodiseerd aluminium langer mee dan blank aluminium dat weer langer meegaat dan kunststof…
Veel klemmen kennen accessoires die helpen een lijn te geleiden, op zijn plaats te houden, onbedoeld vast klemmen te voorkomen of – met b.v. kleurcodes of etiketten – zorgen voor identificatie om verwarring te voorkomen.