04 nov Mast overboord!
Onlangs is mij overkomen wat iedere zeiler vreest: een gebroken mast. Wij waren onderweg van Harlingen naar Oude Schild op Texel, wind zuid 6 toenemend tot 7 en draaiend naar ZW. Uiteindenlijk kregen wij op de Texelstroom ZW 8 met vlagen van 9 over ons heen en met wind-tegen-stroom mag je daar nog iets bij optellen. Kort voor middernacht hadden wij de werkfok gewisseld voor de stormfok en het derde rif gestoken. Rond 00:15 gingen wij nabij de T18 overstag en kort daarom ging de mast overboord, naar achteraf bleek omdat de ankerplaat van de inhaakterminal van het SB onderwant gebroken was. Mijn eerste actie was het ompluggen van de marifoonantenne op de antennesplitter: op het achterdek heb ik altijd al een reserve antenne gehad voor als de mast plat ligt of onverhoopt overboord gaat, zoals nu. Vervolgens op kanaal 16 een pan-pan bericht uitgezonden waarop de Nederlandse Kustwacht onmiddelijk reageerde – zij gingen de KNRM reddingboot inschakelen.
Vervolgens pakte ik de kabelschaar om indien noodzakelijk de verstaging los te kunnen knippen. Echter: alles was opmerkelijk rustig. Natuurlijk stond er een forse zeegang zoals je op de Texelstroom met stroom tegen storm kunt verwachten, maar het gieren en fluiten van de wind in de tuigage was weg, de complete tuigage lag aan lij in het water en drukte rustig tegen de romp, als een soort drijfanker. De boot lag redelijk stabiel en wij dreven heel langzaam naar het midden van de geul. Wij besloten de tuigage te laten zoals die was. Zo wachtten wij geduldig de komst van de reddingboot af.
Eerst kwam de Cornelis Dito van Texel, later aangevuld door de Dorus Rijkers van Den Helder. Na enige verkenning van hoe de tuigage overboord lag zette de Cornelis Dito drie man over die na enig overleg over te nemen stappen begonnen met het zekeren van de mast en het aanleggen van een sleeplijn. En zo werden wij met tuig en al naar Texel gesleept waar in het rustige water van de haven met man en macht de tuigage aan dek getrokken werd. Met de tuigage eenmaal aan dek sleepte de Cornelis Dito ons naar de jachthaven waar wij de volgende ochtend de lijnen en kabels uit de mast haalden en de boot daar in afwachting van de expert van de verzekering achter lieten.
Geleerde lessen:
Het bleek heel erg prettig om een reserve marifoonantenne paraat te hebben. Snel de kustwacht kunnen waarschuwen en direct weten dat de KNRM onderweg is geeft heel veel rust aan boord. Ook direct een kabelschaar bij de hand hebben geeft rust, ook al ga je hem helemaal niet gebruiken. Geen enkel moment was er paniek aan boord, de sfeer was eigenlijk steeds gewoon goed.
Zolang de mast niet tegen de romp slaat of beukt is er geen reden de mast te kappen. Door de werking als drijfanker bleef de boot redelijk goed op haar plek, anders waren wij veel sneller afgedreven, mogelijk buiten de geul geraakt en aan de grond gelopen. En door de tuigage te behouden zijn zowel grootzeil als stormfok heel gebleven en hoeven dus niet vervangen te worden.
De gescheurde ankerplaat in de mast bleek aan de binnenkant van de mast gescheurd. Volgens een materiaalkundige is de scheur in de loop der tijd ontstaan en langzaam groter geworden. Helaas zat de scheur op een plek die bij visuele (uitwendige) inspectie van de mast niet te zien is. Anderhalf jaar hiervoor is de mast nog uitgebreid geïnspecteerd, toen is deze scheur niet opgemerkt. Ik ga nog in overleg met de fabrikant van de mast hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen.
Geen reactie's