04 mei Veiligheid aan boord
Zeilen is – net als veel andere sporten en outdoor-activiteiten – een sport/hobby met bepaalde risico’s. Het is aan iedere zeiler om die risico’s zo veel mogelijk in te perken. Risicobeheer begint bij bewustwording. Opleiding, studie, training, voorlichting, voorbereiding en briefing spelen daarbij allen een grote rol.
Opleiding: cursussen bij zeilscholen, instructie aan boord, EHBO cursussen etc.
Studie: het lezen van boeken – met name de Cours de Navigation des Glénans / Glenans Sailing Manual is daarin zeer aan te raden – en tijdschriften (Zeilen, Yachting Monthly, Yachting World)
Training: cursussen bij zeezeilscholen, workshops, EHBO opfriscursussen en vooral zelf oefenen, zelf in verschillende rollen meedraaien met oefeningen aan boord.
Voorlichting: wijs je (mede)bemanningsleden op risico’s en hoe die te beheersen.
Voorbereiding: Voordat je gaat zeilen denk je goed na over waar je aan begint, wat je daar kan overkomen en hoe je je daar het beste op voorbereid. Eerst persoonlijk, vervolgens met de hele bemanning. Bestuderen van zeekaarten, vaargidsen, meteo-statistieken, reisgidsen etc. Welke eisen stelt dit aan je persoonlijke uitrusting (kleding, beddegoed, oliegoed, EHBO, zaklamp, mes, reddingvest etc.), de gemeenschappelijke uitrusting (foeragering, kaarten en boekwerken, schip en inventaris).
Briefing: voor uitvaren moeten schipper, wachtleiders en bemanning van elkaar weten wat ze aan elkaar hebben, welke uitdagingen ze aangaan en met name welke uitdagingen ze willen/moeten vermijden. Daarbij moeten de risico’s en hoe die te verminderen en beheersbaar te houden aan bod komen.
Veiligheid aan boord is grofweg op te splitsen in twee delen: de veiligheid van het schip en daarmee de veiligheid van de bemanning als geheel en de veiligheid van bemanningsleden individueel. Beide hebben veel met elkaar te maken: als het schip vergaat is de kans dat een bemanningslid omkomt aanzienlijk, maar ook omgekeerd: een onderkoelde roerganger of navigator gaat fouten maken waarbij het schip als geheel in gevaar komt. Maar in het licht van risicobeheer is het handig om ze los van elkaar te behandelen.
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke veiligheid aan boord betreft alles hoe je een verblijf aan boord van een zeegaand jacht veilig en zonder ernstige verwondingen overleeft. Denk daarbij aan zorgen dat je niet overboord valt (antislip schoeisel en veiligheidsharnas) maar ook aan je welzijn. Dat begint bij kleding die zorgt dat je ten allen tijde droog en warm (maar niet te warm) blijft. Dus goed oliegoed, goede laarzen (anti-slip) en goede warmtekleding, maar wellicht ook een korte broek en T-shirtje. Bij persoonlijke verzorging (denk aan neutrale deo om mede opvarenden niet te storen) hoort ook persoonlijke EHBO: pleisters, paracetamol, medicijnen en zeeziektemiddelen als je daar behoefte aan hebt. Bij persoonlijke uitrusting horen ook zaklamp en/of hoofdlamp en multitool en/of zakmes. Maar wellicht ook een reddingvest met geïntegreerd veiligheidsharnas en een korte lifeline.
Over dat laatste wil ik het hier hebben. De meeste reddingvesten met geïntegreerd veiligheidsharnas (en de meeste veiligheidsharnassen) hebben de bevestiging voor de lijn op de borst. Dat is prima zolang je aan boord blijft, maar als je daarmee overboord gaat en aan die lijn voortgesleept wordt dan wordt je met je hoofd onder water getrokken – zelfs als je een top 275N reddingvest aan hebt! Veel beter is het om de lijn vanuit de nek te laten trekken. Dat kan meestal vrij eenvoudig door bestaande vesten te modificeren: maak een lus van band vast op de banden van het reddingvest, hoog op de rug. Die lus gebruik je dan om je lijn vast te zetten. De ring op de borst is dan nog steeds handig om de haken vast te maken als je niet aangelijnd bent. Maar je kan ook een Backtow® reddingvest van TeamO kopen. Daar zit de ring ook op de borst, maar zodra je overboord gaat kan je aan een lus trekken waarna je wel vanuit je nek voortgetrokken wordt – met het hoofd boven water!
No Comments